Kokosmakronen zijn erg smakelijke koekjes. Knapperig van buiten en heerlijk zacht van binnen. Makkelijk te maken en extra lekker met vers kokosvruchtvlees.
Open de kokosnoten door gaten te maken in 2 van de 3 ogen onderaan de noten. Vang het kokoswater op. Sla vervolgens met een hamer rondom, halverwege op de kokosnoten tot ze barsten. Snijd het witte vruchtvlees eruit. Verwijder eventueel met een dunschiller de bruine schil. Rasp het vruchtvlees zo fijn mogelijk met een blokrasp of maal het fijn in de keukenmachine.
Verdeel de geraspte kokos op een met bakpapier beklede bakplaat en laat ca. 20 minuten in het midden van de oven drogen. Neem uit de oven en laat afkoelen. Verhoog de oventemperatuur naar 175 °C. Weeg 200 gram kokosrasp af.
Rasp de groene schil van de limoen en pers de vrucht uit. Splits de eieren en meng de eiwitten met het limoenrasp, 1 eetlepel sap, de suiker en vanillesuiker met elkaar. Voeg de gedroogde kokos toe en meng tot een stevig deeg.
Maak 16 gelijke bolletjes (eventueel met de ijsbolletjestang) op een met bakpapier beklede bakplaat. Druk ze een beetje in. Bak de kokosmakronen in het midden van de oven in ca. 20 minuten goudbruin en gaar.
Tip: Het kokoswater heb je niet nodig voor de kokosmakronen. Drink dus lekker op!
